Bij de aanwezigheid van lucht tussen de longvliezen spreken we van een pneumothorax of een klaplong. Bij een thoraxdrainage wordt vocht of lucht tussen de longvliezen verwijderd. Als er lucht of te veel vocht tussen de longvliezen zit, valt het vacuüm tussen beide longvliezen weg, waardoor de zeer elastische long in elkaar wordt gedrukt. De long kan niet meer goed meedoen met de ademhaling, het ademen wordt moeilijker. Bij thoraxdrainage wordt door middel van een kunststof slang (drain) de lucht of het vocht tussen de longvliezen weggezogen. De long kan zich dan weer ontplooien en meedoen met de ademhaling. De set bestaat uit twee reservoirs, één om de vloeistof op te vangen, de andere om via een kolom water de zuigdruk in te stellen. Deze set is gebruikt door longarts Visser.