Ontstaan
Het was de Verzekering van het ziekenhuis die eigenlijk de aanleiding vormde voor het ontstaan van de Bedrijfsbrandweer. Deze instantie eiste in de jaren tachtig dat het ziekenhuis een Bedrijfsbrandweer of BedrijfsHulpVerlening (BHV) opzette zodat bij calamiteiten de eerste opvang door eigen personeel zou kunnen worden verricht. De brandweerkazerne van Brandweer Zaanstad was vlak bij, dus die kon vervolgens de hulpverlening weer overnemen.
Binnen het ziekenhuis ging de voorkeur uit naar het opzetten van een Bedrijfsbrandweer in plaats van een BHV. De ontwikkeling van een BHV stond toen nog in de kinderschoenen. Daarbij had het ziekenhuis het voordeel dat het met Cor Vels, Willem Aangeenbrug (Technische dienst) en Rob Buijs (P.A.-lab) medewerkers in dienst had, die al bij de vrijwillige brandweer Zaanstad actief waren. Rob Buijs was actief op de blusboot.
De kennis was dus al in huis. Daarom werd aangestuurd op de oprichting van een Bedrijfsbrandweer. Bijkomend voordeel voor het ziekenhuis was dat de verzekeringspremie omlaag ging.
Organisatie
Het ziekenhuis heeft toen rond 1983 Ruud Blaich van Brandweer Zaanstad als instructeur gevraagd een organisatie op poten te zetten. Ruud zelf was actief op de blusboot van Gemeente Zaanstad.
Geïnteresseerde medewerkers konden zich aanmelden. Alle medewerkers werden gekeurd en moesten een opleiding volgen.
De afdeling bestond tenslotte uit veertien personen, zeven mannen en zeven vrouwen. De Bedrijfsbrandweer was wat dat betreft z’n tijd ver vooruit.
Geheel links Ruud Blaich
Hiërarchie
De vrijwilligers werden ingedeeld in groepen. Groep 1 en 2 (de redploeg) gingen bij een calamiteit naar de brand toe, om te zien of er nog mensen waren, zij verzorgden de redding. Groep 3 en 4 (de waterploeg) zorgden dat de waterslangen klaar lagen, en dat er water was. Daarboven was er een bevelvoerder en een plaatsvervanger. Dat waren Willem Aangeenbrug en Cor Vels. Bij een calamiteit gebruikte de receptie van het ziekenhuis een semafoon die alle brandweerlieden in hun bezit hadden. Via een bepaalde code was voor de brandweer te zien in welk bouwdeel de brand was ontstaan. Met een breedband portofoon had de bevelvoerder contact met het eerste brandweervoertuig en de alarmcentrale. Ook de receptie informeerde gelijktijdig de brandweercentrale. De Bedrijfsbrandweer deed het voorbereidende werk, waarna de Brandweer Zaanstad het kon overnemen.
Opleiding
Alle vrijwilligers waren verplicht het brandwachtdiploma te halen. Dit was een opleiding van een jaar. Daarna volgde nog een opleiding voor werken met perslucht (fles achterop de rug en gelaatsmasker voor). Dit duurde ook weer een jaar, en was een vrij intensieve opleiding. Tijdens de opleiding kon er al wel gelijktijdig geoefend worden, alleen nog niet met perslucht.
Oefenen
Een woensdagmiddag per 14 dagen werden de vrijwilligers vrij gepland en kon er geoefend worden. Oefeningen werden vaak gedaan in panden binnen de gemeente die leeg stonden, deze werden dan gevuld met rook en kon er gewerkt worden. Ook werd in het ziekenhuis zelf geoefend. o.a. in de leiding schachten in de tunnels onder de vloer, daar was het pikdonker en kon geoefend worden met perslucht. Ook Brandweer Zaanstad kwam hier vaak trainen.
Als de ruimte gevuld is met rook, of het is pikdonker, en je loopt met perslucht, dan vereist dat een bepaalde manier van lopen. Omdat het zicht beperkt is werd gelopen langs de muurkant, dan voel je waar je loopt. Achter je loopt een collega, je moet goed afstemmen waar je loopt, hoe je loopt, wat je tegen komt, een wastafel bijvoorbeeld of een deur, zodat je ook weer samen de weg terug kunt vinden.
Saamhorigheid
Omdat je tijdens een calamiteit afhankelijk bent van je collega is het van groot belang dat je kan vertrouwen op je maat. Vandaar dat saamhorigheid binnen de Bedrijfsbrandweer hoog in het vaandel stond. Het was een hechte groep. Regelmatig werd vergaderd en geoefend en af en toe was het tijd om te ontspannen. Je moet elkaar honderd procent kunnen vertrouwen.
Bij een brand gaat iedereen naar buiten, de brandweerlieden echter gaan naar binnen.
Materieel
De Bedrijfsbrandweer had volop eigen materieel, aangeschaft door het ziekenhuis. Knetterbakken (apparaat met rode flikkerlamp waarbij via een speaker het geluid van vlammen wordt weergegeven), een wagen met 8 persluchtflessen, en zelfs en eigen pomp. Willem Aangeenbrug had destijds vernomen dat de Bedrijfsbrandweer van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid (SFB) in Amsterdam bij het Telegraaf gebouw er mee stopte en dat ze daar een pomp hadden staan. Willem heeft die pomp voor een paar gulden overgenomen. Deze pomp werd vooral gebruikt om buiten te kunnen oefenen. Naast de pomp stond er een wagen klaar (aanvalskar) met persluchtflessen en slangen alles wat je nodig had stond er op. Ook brandweerpakken waren aanwezig.
Brand Operatie Kamer (OK)
Het was in 1988, toen Cor Vels om half 8 s’avonds thuis werd gebeld. Grote brand op OK!
Bij binnenkomst was er al veel rookontwikkeling. Er was brand ontstaan in een voorraadmagazijn naast de OK. De rookontwikkeling was mede ontstaan door de vele kunststoffen in de daar gebruikte materialen. De brand zelf was gauw onder controle, maar de nevenschade was groot en bedroeg 18 miljoen gulden. Alles moest gesloopt worden en leidingen vervangen.
Alle plafonds moesten er uit. Beton moest worden hersteld en ingesmeerd worden om de geur van brand weg te nemen.
Ook luchtbehandelingskasten moesten aangepast en gereinigd worden. Er werd een nood OK ingericht op de SEH en in de omliggende ziekenhuizen werd geopereerd. Er hoefden gelukkig geen patiënten geëvacueerd te worden. In de gangen werden natte lakens opgehangen om de rookontwikkeling zo goed mogelijk tegen te houden.
Wat precies de oorzaak van de brand is geweest is nooit duidelijk geworden. Het duurde een half jaar voordat alles op de OK weer volledig in bedrijf was.
Veertien dagen voor de brand was er een anoniem telefoontje bij de alarmcentrale binnengekomen met de mededeling dat de OK van het ziekenhuis niet brandveilig zou zijn. Wie dat telefoontje gepleegd heeft, heeft men nooit kunnen achterhalen.
Meer calamiteiten
Zo was een patiënt op de PAAZ die de isoleercel in de brand gestoken had waarbij de hulp van de Bedrijfsbrandweer werd ingeroepen..
Er was een leidingbreuk ontstaan waardoor de kelder onder water kwam te staan in het oude Julianaziekenhuis. Technische installaties, kasten met elektronica van het gebouwenbeheersysteem waren daar gesitueerd. Spanningskasten stonden onder water, een gevaarlijke situatie. Bedrijfsbrandweer en Brandweer Zaanstad gingen toen gezamenlijk pompen.
In de Apotheek was er een ongeluk gebeurd met chemische stoffen, deze waren gevallen, paniek op de afdeling. De Bedrijfsbrandweer rukte uit met perslucht om de chemicaliën op te ruimen.
Aanvalsplan
In een ziekenhuis zijn volop gevaarlijke stoffen aanwezig. Belangrijk is om deze goed te beschrijven en aan te geven waar deze zich bevinden, zodat bij een calamiteit de bedrijfs- en gemeentebrandweer gericht en snel kan ingrijpen. Hiervoor is een zogenaamd aanvalsplan opgemaakt. Het aanmaken van protocollen stond in die tijd nog in de kinderschoenen, het aanvalsplan van de Bedrijfsbrandweer was een voorloper daarvan. Wat zijn de aanspreekpunten in het ziekenhuis, telefoonnummers bij calamiteiten, plattegronden, waar staan de gevaarlijke stoffen, radio actief materiaal, plofhok met butaan en propaangas. Het was van groot belang om dit alles goed te beschrijven.
Klik hier om het aanvalsplan in te zien
Preventie
Preventie was ook een belangrijke taak van de brandweer. Maandelijks werden in het ziekenhuis controles uitgevoerd. Functioneren de deuren goed, staan er geen rolstoelen of bedden bij de nooduitgangen.
BHV
Mede doordat de BedrijfsHulpVerlening (BHV) zijn intrede deed in het ziekenhuis werd de noodzaak voor een eigen bedrijfsbrandweer minder belangrijk. Elke afdeling kreeg eigen BHV’ers. De training voor deze medewerkers werd uitbesteed.
Stoppen
Door wijzigingen in de organisatie, het optimaliseren van de BHV en door verminderde interesse van het toenmalige management, is de bedrijfsbrandweer gestopt tot grote teleurstelling van de vrijwilligers zelf.
Alle materialen werden overgedragen aan de Brandweer Zaanstad. Daar werden de materialen vervolgens weer overgedragen aan brandweerkorpsen uit de Balkanlanden. De spuit werd voor een doos gebak overgedragen aan de tennisvereniging in de buurt. Deze gebruikte de pomp om de banen te besproeien.
Wat restte was een afscheidsreceptie gecombineerd met een diner.